Op woensdagmiddag kwam Boris aan de kinderen die op het plein speelden vertellen dat er een monster in het bos zat.
'Je kletst,' zei Eliza. 'Monsters bestaan niet.'
'Welles,' zei Boris. 'Ik heb hem zelf gezien. Bruin met zwarte vlekken en overal stekels. Hij stonk ook verschrikkelijk.'
Op dat moment kwam Alfred aanlopen, die net drie zware kisten bananen gesjouwd had voor de groenteman en daar een flinke tros bananen voor gekregen had.
'Hoorde ik jullie over een monfter?' vroeg hij kauwend en smakkend.
'In het bos,' riepen de kinderen. 'Hier vlakbij!'
'Bruin met allemaal stinkende vlekken,' zei Worteltje.
'Jemig,' zei Alfred. 'Die zie je niet veel rond deze tijd van het jaar.'
'En hij had ste-ste-stekels,' stotterde Pietertje.
'Nee maar,' zei Alfred. 'Die is goed. Die ga ik vanmiddag eens even bekijken.'
'Misschien kun jij hem wel vangen,' riepen de kinderen. 'Met een touw. Net als die tijger.'
'Monsters vang je niet met een touw,' zei Alfred gewichtig.
'Monsters vang je met handboeien en een schepnet.'
Als je eens heel ver naar het zuiden zou gaan, dan kom je op een gegeven moment in een dorpje met een plein waarop een hoge boom staat. Die boom, daar is iets bijzonders mee aan de hand.
Er woont namelijk een jongetje in.
Een jongetje dat Alfred heet, maar in het dorp noemen ze hem 'die viezerik', want haren wassen en tanden poetsen gaat nou eenmaal niet zo makkelijk als je geen stromend water in je boom hebt (behalve wanneer het regent).
Op een dag sluit Alfred vriendschap met Worteltje, een jongetje wiens vader vroeger inbreker was.
Samen beleven ze een paar rare avonturen. Een tijger vangen, een monster uit het bos halen, op dievenjacht gaan; Alfred verzint elke dag weer wat anders. En zelfs op bezoek gaan bij de zieke schooljuffrouw wordt een vreemde belevenis wanneer het Alfred is die zoiets bedenkt.
104 bladzijden (grote letter)
vanaf 9 jaar
Illustraties van Mariëtte Aerts
ISBN 90 5579 187 3
uitgever: De Vier Windstreken
Deel 5 van de Zeven Eilanden is verschenen en heet Zilverbloed.